Het Hof heeft deze argumenten verworpen en heeft geoordeeld dat kinderen van grensarbeiders geen woonvereiste kan worden opgelegd en dat ze recht hebben op studiefinanciering onder dezelfde voorwaarden als kinderen van onderdanen van het land waar de ouder werkt [104].
Diese Argumente sind vom Gerichtshof zurückgewiesen worden; er stellte fest, auf das Kind eines Grenzgängers dürfe kein Wohnorterfordernis angewandt werden; es habe unter denselben Voraussetzungen wie die Kinder von Staatsangehörigen des Beschäftigungsstaats Anspruch auf eine Studienfinanzierung [104].