36. onderkent dat investeringen in hernieuwbare energie een stuk moeilijker zijn geworden door de wijzigingen die sommige lidstaten met terugwerkende kracht hebben ingevoerd; verzoekt om een stabiel en voorspelbaar kader inzake beleid en maatregelen voor 2030, dat gebaseerd moet zijn op een ambitieus, bindend streefdoel voor hernieuwbare energiebronnen, dat een aanzienlijke bijdrage zal leveren aan het scheppen van werkgelegenheid en het beperken van de onzekerheid, en dat het investeringsrisico zal inperken en de kosten van kapitaal zal drukken en bijgevolg ook de vereiste steunniveaus zal verlagen;
36. räumt ein, dass Investitionen in erneuerbare Energiequellen insbesondere infolge der von manchen Mitgliedstaaten vollzogenen rückwirkenden Änderungen deutlich schwieriger geworden sind; fordert einen stabilen und berechenbaren rechtspolitischen und maßnahmenbezogenen Rahmen bis 2030, der auf ehrgeizigen und verbindlichen Zielen für erneuerbare Energiequellen beruht und erheblich zur Schaffung von Arbeitsplätzen und zur Verminderung von Unsicherheiten sowie zur Senkung des Investitionsrisikos, der Kapitalkosten und damit auch des Ausmaßes an benötigter Unterstützung beitragen wird;