Artikel 877 van hetzelfde Wetboek bepaalt : « Wanneer er gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens bestaan dat een partij of een derde een stuk onder zich heeft dat het bewijs inhoudt van een ter zake dienend feit, kan de rechter bevelen dat het stuk of een eensluidend verklaard afschrift ervan bij het dossier van de rechtspleging wordt gevoegd ».
Artikel 877 desselben Gesetzbuches bestimmt: « Wenn schwerwiegende, präzise und übereinstimmende Vermutungen bestehen, dass eine Partei oder eine Drittperson ein Dokument besitzt, das den Beweis eines relevanten Sachverhalts enthält, kann der Richter anordnen, dass dieses Dokument oder eine beglaubigte Abschrift davon der Verfahrensakte hinzugefügt wird ».