Uit de parlementaire voorbereiding van de ordonnantie van 6 maart 2008 (Parl. St., Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, 2007-2008, nr. A-444/2, pp. 3 en 5) en uit de aanvullende stukken die door de verzoekende partij werden ingediend blijkt dat die laatste een dienst van geregeld vervoer per autobus uitbaat, die wordt beoogd door artikel 2, tweede lid, 4°, van de besluitwet van 30 december 1946.
Aus den Vorarbeiten zur Ordonnanz vom 6. März 2008 (Parl. Dok., Parlament der Region Brüssel-Hauptstadt, 2007-2008, Nr. A-444/2, SS. 3 und 5) sowie aus den durch die klagende Partei hinterlegten zusätzlichen Unterlagen geht hervor, dass diese einen Linienverkehrsdienst mit Kraftomnibussen im Sinne von Artikel 2 Absatz 2 Nr. 4 des Erlassgesetzes vom 30. Dezember 1946 betreibt.