Indien de hoofdgriffier of de door hem aangewezen griffier vaststelt dat de verzoekende partij in het verzoekschrift de toepassing van het voordeel van de pro deo vraagt, zonder dat die bij het verzoekschrift de in artikel 39/69, § 1, tweede lid, 8°, bepaalde stukken heeft gevoegd, dan richt hij aan de verzoekende partij een brief waarbij wordt meegedeeld welke stukken ontbreken en waarbij die partij wordt verzocht binnen acht dagen haar verzoekschrift te regulariseren.
Stellt der Chefgreffier oder der von ihm bestimmte Greffier fest, dass die antragstellende Partei in ihrer Antragschrift die Anwendung der Gerichtskostenhilfe beantragt, ohne der Antragschrift die in Artikel 39/69 § 1 Absatz 2 Nr. 8 vorgesehenen Unterlagen beigefügt zu haben, teilt er der antragstellenden Partei in einem Schreiben mit, welche Unterlagen fehlen, und fordert sie auf, ihre Antragschrift innerhalb acht Tagen mit den Vorschriften in Einklang zu bringen.