a)„grondstof”: suikerbieten, suikerriet, cichorei, granen en voor raffinage bestemde suiker, alsmede de tussenvormen van deze producten, bestemd om tot een eindproduct te worden verwerkt.
a)„Rohstoff“: Zuckerrüben, Zuckerrohr, Zichorie, Getreide, unraffinierten Zucker und jede andere Zwischenstufe dieser Erzeugnisse, die zu einem Endprodukt verarbeitet werden soll.