Traduction de «synergie moet leiden en mogelijke conflicten moet oplossen » (Néerlandais → Allemand) :

Sinds de Europese Commissie het voorstel voor een geïntegreerd maritiem beleid in oktober 2007 heeft ingediend en de staatshoofden en de regeringsleiders dat voorstel vervolgens op de Europese Raad van 14 december 2007 hebben goedgekeurd, is er echt vooruitgang geboekt bij de opstelling van een coherent kader dat tot meer synergie moet leiden en mogelijke conflicten moet oplossen tussen de verschillende beleidsterreinen die betrekking hebben op de zee.
Seit die Europäische Kommission im Oktober 2007 eine integrierte Meerespolitik vorgeschlagen und die Staats- und Regierungschefs diese auf der Tagung des Europäischen Rates am 14. Dezember 2007 bestätigt haben, sind beim Aufbau eines kohärenten Rahmens zur Förderung von Synergien und zur Lösung potenzieller Konflikte zwischen den einzelnen meeresbezogenen Politikbereichen echte Fortschritte erzielt worden.

Sinds de Europese Commissie het voorstel voor een geïntegreerd maritiem beleid in oktober 2007 heeft ingediend en de staatshoofden en de regeringsleiders dat voorstel vervolgens op de Europese Raad in december 2007 hebben goedgekeurd, is er echt vooruitgang geboekt met de opstelling van een coherent kader dat tot meer synergie moet leiden en mogelijke conflicten moet oplossen tussen de verschillende beleidsterreinen die betrekking hebben op de zee.
Im Anschluss an den Vorschlag der Europäischen Kommission vom Oktober 2007 für eine integrierte Meerespolitik und dessen Billigung durch die Staats- und Regierungschefs im Dezember 2007 wurden greifbare Fortschritte auf dem Weg zu einem kohärenten Rahmen für die Förderung von Synergien und die Lösung möglicher Konflikte zwischen den unterschiedlichen meeresbezogenen Politikbereichen erzielt.

42. herhaalt dat het de soevereiniteit, territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van de partnerlanden steunt; is van mening dat het ENB in de praktijk moet bijdragen tot en bevorderlijk moet zijn voor deze beginselen; benadrukt dat bevroren of langdurige conflicten een belemmering vormen voor de volledige ontwikkeling van het ENB; betreurt dienaangaande dat sinds de start van het ENB een oplossing voor de bestaande conflicten nog geen stap dichterbij is gekomen; herinnert aan zijn standpunt dat bezetting van het grondgebied van een partnerland in strijd is met de fundamentele beginselen en doelstellingen van het ENB; benadrukt de noodzaak om zo spoedig mogelijk op basis van de normen en beginselen van het internationale recht te komen tot een vreedzame oplossing van de bevroren conflicten; verzoekt de VV/HV een actievere rol te spelen en duidelijk te maken dat het vreedzaam oplossen van conflicten en de naleving van het internationale recht voorwaarden zijn voor de verdieping van de bilaterale betrekkingen; onderstreept tegen deze achtergrond dat het belangrijk is om een principieel beleid te voeren waarin de verantwoordingsplicht voor alle schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht wordt bevorderd en, in het bijzonder op dit gebied, het meten met twee maten wordt vermeden;
42. bekräftigt seine Unterstützung für die Souveränität, die territoriale Integrität und die politische Unabhängigkeit der Partnerländer; vertritt die Ansicht, dass die ENP zu diesen Grundsätzen einen Beitrag leisten und diese in der Praxis unterstützen sollte; betont, dass die uneingeschränkte Entwicklung der ENP durch eingefrorene oder langwierige Konflikte erschwert wird; bedauert in diesem Zusammenhang, dass seit der Einführung der ENP keine Erfolge bei der Lösung bestehender Konflikte erzielt wurden; verweist auf seinen Standpunkt, dass die Besetzung des Hoheitsgebiets eines Partnerlandes gegen die wesentlichen Grundsätze und Ziele der ENP verstößt; betont die Notwendigkeit, so schnell wie möglich eine friedliche Beilegung der eingefrorenen Konflikte auf der Grundlage der Normen und Grundsätze des Völkerrechts herbeizuführen; fordert die HR/VP auf, eine aktivere Rolle zu spielen und deutlich zu machen, dass die Vertiefung bilateraler Beziehungen an eine friedliche Konfliktlösung und die Einhaltung des Völkerrechts gekoppelt ist; betont vor diesem Hintergrund, wie wichtig die Verfolgung einer Grundsatzpolitik ist, in deren Rahmen die Rechenschaftspflicht für alle Verletzungen der Menschenrechte und des internationalen humanitären Völkerrechts gefördert und – insbesondere in diesem Zusammenhang – eine Messung mit zweierlei Maß vermieden wird;

41. herhaalt dat het de soevereiniteit, territoriale integriteit en politieke onafhankelijkheid van de partnerlanden steunt; is van mening dat het ENB in de praktijk moet bijdragen tot en bevorderlijk moet zijn voor deze beginselen; benadrukt dat bevroren of langdurige conflicten een belemmering vormen voor de volledige ontwikkeling van het ENB; betreurt dienaangaande dat sinds de start van het ENB een oplossing voor de bestaande conflicten nog geen stap dichterbij is gekomen; herinnert aan zijn standpunt dat bezetting van het grondgebied van een partnerland in strijd is met de fundamentele beginselen en doelstellingen van het ENB; benadrukt de noodzaak om zo spoedig mogelijk op basis van de normen en beginselen van het internationale recht te komen tot een vreedzame oplossing van de bevroren conflicten; verzoekt de VV/HV een actievere rol te spelen en duidelijk te maken dat het vreedzaam oplossen van conflicten en de naleving van het internationale recht voorwaarden zijn voor de verdieping van de bilaterale betrekkingen; onderstreept tegen deze achtergrond dat het belangrijk is om een principieel beleid te voeren waarin de verantwoordingsplicht voor alle schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht wordt bevorderd en, in het bijzonder op dit gebied, het meten met twee maten wordt vermeden;
41. bekräftigt seine Unterstützung für die Souveränität, die territoriale Integrität und die politische Unabhängigkeit der Partnerländer; vertritt die Ansicht, dass die ENP zu diesen Grundsätzen einen Beitrag leisten und diese in der Praxis unterstützen sollte; betont, dass die uneingeschränkte Entwicklung der ENP durch eingefrorene oder langwierige Konflikte erschwert wird; bedauert in diesem Zusammenhang, dass seit der Einführung der ENP keine Erfolge bei der Lösung bestehender Konflikte erzielt wurden; verweist auf seinen Standpunkt, dass die Besetzung des Hoheitsgebiets eines Partnerlandes gegen die wesentlichen Grundsätze und Ziele der ENP verstößt; betont die Notwendigkeit, so schnell wie möglich eine friedliche Beilegung der eingefrorenen Konflikte auf der Grundlage der Normen und Grundsätze des Völkerrechts herbeizuführen; fordert die HR/VP auf, eine aktivere Rolle zu spielen und deutlich zu machen, dass die Vertiefung bilateraler Beziehungen an eine friedliche Konfliktlösung und die Einhaltung des Völkerrechts gekoppelt ist; betont vor diesem Hintergrund, wie wichtig die Verfolgung einer Grundsatzpolitik ist, in deren Rahmen die Rechenschaftspflicht für alle Verletzungen der Menschenrechte und des internationalen humanitären Völkerrechts gefördert und – insbesondere in diesem Zusammenhang – eine Messung mit zweierlei Maß vermieden wird;

1. betreurt het dat de Commissie het voorgeschreven evaluatieverslag heeft ingediend na afloop van de herzieningstermijn van zeven jaar, als bedoeld in artikel 17, lid 4 en artikel 18, lid 1, letter b), punt i) van richtlijn 93/104/EG, en in haar verslag geen duidelijke opties voorstelt voor het oplossen van de geconstateerde problemen; verzoekt de Raad de Commissie te vragen om zo spoedig mogelijk haar gedachten te laten gaan over een gewijzigde richtlijn; is verheugd over de conclusie in de recente mededeling van de Commissie dat de goedgekeurde benadering moet leiden tot een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers, het combineren van werk en gezin moet vergemakkelijken, en het bedrijfsleven en de lidstaten in staat moet stellen de arbeidstijd op flexibele wijze te organiseren en onredelijke belastingen voor bedrijven, met name het MKB, te voorkomen;
1. bedauert, dass die Kommission ihren vorgeschriebenen Evaluierungsbericht erst vorgelegt hat, nachdem die von der Richtlinie 93/104/EG vorgegebene Frist von sieben Jahren für die in Artikel 17 Absatz 4 und Artikel 18 Absatz 1 Buchstabe b Ziffer i vorgesehene Revision verstrichen ist, und dass in diesem Bericht keine eindeutigen Optionen aufgezeigt werden, um die festgestellten Probleme zu lösen, und fordert den Rat daher auf, die Kommission zu ersuchen, so bald wie möglich eine geänderte Richtlinie auszuarbeiten; begrüßt die Schlussfolgerung in der jüngsten Mitteilung der Kommission, wonach die gewählte Lösung geeignet sein müsste, einen hohen Schutz von Gesundheit und Sicherheit der Arbeitnehmer zu gewährleisten und eine bessere Vereinbarkeit von Berufs- und Familienleben zu ermöglichen, den Unternehmen und den Mitgliedstaaten mehr Flexibilität in der Arbeitszeitgestaltung einzuräumen sowie unmäßige Belastungen für Unternehmen, insbesondere KMU, zu vermeiden;

1. betreurt het dat de Commissie het voorgeschreven evaluatieverslag heeft ingediend na afloop van de herzieningstermijn van zeven jaar, als bedoeld in artikel 17, lid 4 en artikel 18, lid 1, letter b), punt i) van richtlijn 93/104/EG, en in haar verslag geen duidelijke opties voorstelt voor het oplossen van de geconstateerde problemen; verzoekt de Raad de Commissie te vragen om zo spoedig mogelijk haar gedachten te laten gaan over een gewijzigde richtlijn; is verheugd over de conclusie in de recente mededeling van de Commissie dat de goedgekeurde benadering moet leiden tot een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers, het combineren van werk en gezin moet vergemakkelijken en het bedrijfsleven en de lidstaten in staat moet stellen de arbeidstijd op flexibele wijze te organiseren;
1. bedauert, dass die Kommission ihren vorgeschriebenen Evaluierungsbericht vorgelegt hat, nachdem die von der Richtlinie 93/104/EG vorgegebene Frist von sieben Jahren für die in Artikel 17 Absatz 4 und Artikel 18 Absatz 1 Buchstabe b) i) vorgesehene Revision verstrichen ist, und dass in diesem Bericht keine eindeutigen Optionen aufgezeigt werden, um die festgestellten Probleme zu lösen, und fordert den Rat daher auf, die Kommission zu ersuchen, so bald wie möglich eine geänderte Richtlinie auszuarbeiten; begrüßt die Schlussfolgerung in der jüngsten Mitteilung der Kommission, wonach die gewählte Lösung geeignet sein müsste, größeren Schutz von Gesundheit und Sicherheit der Arbeitnehmer zu gewährleisten und eine bessere Vereinbarkeit von Berufs- und Familienleben zu ermöglichen sowie den Unternehmen und den Mitgliedstaaten mehr Flexibilität in der Arbeitszeitgestaltung einzuräumen;