11. wijst er met nadruk op dat het denkwerk tot de specifieke problematiek van de huisvesting en woongelegenheid op het platteland uitgebreid moet worden om een evenwichtig beleid voor ruimtelijke ordening te stimuleren dat de afgelegenheid en ontvolking van landelijke gebieden tegengaat, vooral gezien de talrijke gebreken waar ze van te lijden hebben, zoals lage inkomens, verspreide bebouwing en vervallen huizen, tekort aan huurwoningen en sociale en andere woongelegenheid;
11. hält es für notwendig, die Überlegungen über den Wohnraum auf den Wohnraum im ländlichen Raum auszuweiten und seine Rolle und seinen Beitrag zu einer ausgewogenen Raumordnungspolitik und zur Bekämpfung der Abwanderung aus dem ländlichen Raum zu stärken, da dies oft vernachlässigt wird, obwohl die Hindernisse dort gehäuft vorhanden sind: geringe Einkommen, dünn besiedelte Gebiete, alte Wohnungen und eine unzureichende Zahl von Mietwohnungen, Sozialwohnungen oder anderen Wohnraums;