31. herinnert nogmaals aan zijn eerder genoemde resolutie van 14 februari 2006 over de mensenrechten- en de democratieclausule in door de Eur
opese Unie gesloten overeenkomsten; verzoekt de Commissie en de Raad de aanbevelingen in deze resolutie op te volgen, met het oog op een be
ter beheer van alle soorten tussen de EU en haar talrijke partnerlanden gesloten overeenkomsten waarin democratieclausules steeds een essentieel element vormen; herbevestigt
...[+++]zijn inzet voor de bestrijding van straffeloosheid van personen die zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden, misdrijven tegen de menselijkheid en andere ernstige schendingen van de mensenrechten, onder andere door versterking van de rol van het Internationale Strafhof; 31. weist erneut auf seine oben genannte Entschließung vom 14. Februar 2006 zu der Menschenrechts- und Demokratieklausel in Abkommen der Europäischen Union hin und fordert die Kommission und den Rat auf, den Empfehlungen in dieser Entschließung nachzukommen, um eine bessere Handhabung der verschiedenen Abkommen zwi
schen der Union und den zahlreichen Partnerländern zu gewährleisten, in denen Demokratieklauseln durchweg ein wesentliches Element darstellen; bekräftigt sein Eintreten gegen die Straflosigkeit von Personen, die sich Kriegsverbrechen, Verbrechen gegen die Menschlichkeit und anderer schwerer Verstöße gegen die Menschenrechte s
...[+++]chuldig gemacht haben, indem unter anderem die Rolle des Internationalen Strafgerichtshofs gestärkt wird;