2. De gedelegeerd ambtenaar aan wie gevraagd werd om uit te leggen waarom die regel beperkt wordt tot de « gevallen van bevordering binnen niveau 4 », heeft dit bijzondere geval verantwoord door te verwijzen naar de noodzaak « om bevorderingen voor personeelsleden die een bescheiden rang bekleden niet de f
acto uit te sluiten aangezien hun uitzicht op bevordering met toewijzing van een nieuwe administ
ratieve standplaats zeer vaak objectief of, op zijn mins
t, culture ...[+++]el gezien tamelijk gering is.
« .Beamte eines niedrigen Ranges, für die jede Aussicht einer mit einer Änderung des Amtssitzes verbundenen Beförderung- aus objektiven oder wenigstens kulturellen Gründen - oft schwer denkbar ist, « de facto » nicht von jeglicher Beförderung auszuschliessen.