De brandstoftank die tot 50 % van de nominale inhoud met water met een temperatuur van 293 K ± 2 K is gevuld, mag geen permanente vervorming of lekken vertonen na gedurende één uur bij een omgevingstemperatuur van 343 K ± 2 K te zijn opgeslagen. Na de proef moet de tank nog steeds volledig geschikt voor gebruik zijn.
Der zu 50 % seines Nenninhalts mit Wasser von 293 K ± 2 K gefüllte Kraftstoffbehälter darf nach einer einstündigen Lagerung bei einer Umgebungstemperatur von 343 K ± 2 K keine dauerhaften Verformungen oder Leckstellen aufweisen.