28. wijst erop dat de eigen fossiele energiebronnen, vooral de grote kolenvoorraden en het aanzienlijke overgebleven olie- en gaspotentieel in enkele lidstaten en Noorwegen, kunnen bijdragen aan de bevoorradingszekerheid; beveelt aan dat toekomstige installaties voor de opwekking van energie worden uitgerust met technologie voor opvang en opslaan van kooldioxide, wanneer dat technisch mogelijk is; is van mening dat het toepasselijk wettelijk en bestuursrechtelijk kader een optimale exploitatie mogelijk moet maken;
28. hebt den Beitrag hervor, den die heimischen Energieträger, vor allem die großen Kohlevorkommen und die umfangreichen noch unerschlossenen Öl- und Erdgasvorkommen in einigen Mitgliedstaaten und in Norwegen, zur Versorgungssicherheit leisten können; empfiehlt, künftige Energieerzeugungsstandorte, soweit technisch möglich, mit CCS-Technologie auszurüsten; ist der Auffassung, dass die geltenden gesetzlichen und verwaltungsrechtlichen Bestimmungen mit dem Ziel optimaler Energieerzeugungsbedingungen in Einklang stehen sollten;