Wanneer de teelt van genetisch gemodificeerde planten door niet genetisch gemodificeerde planten van dezelfde soort wordt begrensd om als buffergebied of als schuilgebied te worden gebruikt, wordt de isolatieafstand bedoeld in het eerste lid, 1°, gemeten tussen de rand van die grens en de dichtstbijzijnde rand van een conventioneel of biologisch gewas van planten die genetisch verenigbaar zijn.
Falls die Kultur genetisch veränderter Pflanzen von genetisch nicht veränderten Pflanzen derselben Art umgeben ist, so wird, mit dem Ziel, eine Pufferzone oder eine Fluchtzone zu bilden, der Sicherheitsabstand nach Absatz 1, 1° zwischen den Außengrenzen dieser Zone und der nächstgelegenen Außengrenze einer konventionellen oder einer ökologischen Kultur genetisch kompatibler Pflanzen gemessen.