Vertaling van "tegen 2020 aanvullend " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood
Alters- und Todesfallzusatzversicherung

Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake de bescherming van de Rijn tegen verontreiniging door chloriden, ondertekend op 3 december 1976 in Bonn | Aanvullend Protocol bij het Zoutverdrag
Zusatzprotokoll zum Chlorid-Übereinkommen | Zusatzprotokoll zum Übereinkommen zum Schutz des Rheins gegen Verunreinigung durch Chloride

Pericles 2020 | programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij
Aktionsprogramm in den Bereichen Austausch, Unterstützung und Ausbildung zum Schutz des Euro gegen Geldfälschung | Programm Pericles 2020

Aanvullende Overeenkomst bij de op 29 april 1963 te Bern ondertekende Overeenkomst nopens de Internationale Commissie ter bescherming van de Rijn tegen verontreiniging
Zusatzvereinbarung zu der am 29. April 1963 in Bern unterzeichneten Vereinbarung über die Internationale Kommission zum Schutze des Rheins gegen Verunreinigung

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

23. merkt op dat de collectieve bijdrage van de EU ter ondersteuning van de mitigatie-inspanningen en aanpassingsbehoeften van de ontwikkelingslanden tegen 2020 aanvullend moet zijn en niet minder dan 30.000 miljoen euro per jaar zou mogen bedragen, een bedrag dat nog verder zou kunnen oplopen naarmate er nieuwe informatie beschikbaar komt omtrent de ernst van de klimaatverandering en de omvang van de daaraan verbonden kosten;
23. weist darauf hin, dass der kollektive Beitrag der EU zur Entwicklung von Eindämmungsbemühungen und Anpassungserfordernissen in den Entwicklungsländern bis zum Jahr 2020 eine Ergänzung darstellen und mindestens 30 Mrd. Euro jährlich betragen sollte und dass sich dieser Betrag noch erhöhen könnte, wenn neue Erkenntnisse über das Ausmaß des Klimawandels und der von ihm verursachten Kosten gewonnen werden;

23. merkt op dat de collectieve bijdrage van de EU ter ondersteuning van de mitigatie-inspanningen en aanpassingsbehoeften van de ontwikkelingslanden tegen 2020 aanvullend moet zijn en niet minder dan 30.000 miljoen euro per jaar zou mogen bedragen, een bedrag dat nog verder zou kunnen oplopen naarmate er nieuwe informatie beschikbaar komt omtrent de ernst van de klimaatverandering en de omvang van de daaraan verbonden kosten; verzoekt de Commissie en de lidstaten het EU-aandeel hierin te verhogen, aangezien dit niet volstaat om de beloofde 30 miljoen dollar voor snelstartfinanciering te bereiken;
23. weist darauf hin, dass der kollektive Beitrag der EU zur Entwicklung von Eindämmungsbemühungen und Anpassungserfordernissen in den Entwicklungsländern bis zum Jahr 2020 eine Ergänzung darstellen und mindestens 30 Mrd. Euro jährlich betragen sollte und dass sich dieser Betrag noch erhöhen könnte, wenn neue Erkenntnisse über das Ausmaß des Klimawandels und der von ihm verursachten Kosten gewonnen werden; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, den Anteil der EU zu erhöhen, weil die derzeitigen Mittel nicht ausreichen, um den im Rahmen der Schnellststartfinanzierung zugesagten Betrag von 30 Mrd. Dollar zu erreichen;

31. brengt in herinnering dat de ontwikkelde landen hebben toegezegd voor de periode 2010-2012 nieuwe aanvullende middelen uit overheids- en particuliere bronnen ter waarde van ten minste 30 miljard USD ter beschikking te zullen stellen, en tegen 2020 100 miljard USD per jaar, met name ten behoeve van de kwetsbare en minst ontwikkelde landen; verzoekt de Commissie en de lidstaten hun toezeggingen na te komen en ervoor te zorgen dat naast de ODA-doelstelling van 0,7% bijkomende middelen worden uitgetrokken voor de bestrijding van en de aanpassing aan de klimaatverandering, en aan te geven welk aandeel hiervan uit overheidsmiddelen afkomstig is; wijst voorts op de noodzaak om zowel nationale als internationale middelen uit alle mogelijke bronnen in te zetten om dit doel te helpen bereiken en om een traject uit te stippelen voor opschaling van de klimaatdoelstellingen voor de periode van 2013 tot 2020; roept de Conferentie van de partijen er voorts toe op een ​​kader te definiëren voor de financiering van het klimaatbeleid in de tussenliggende periode van 2013 tot 2020; wijst er voorts op dat deze middelen moeten worden verstrekt op basis van billijke, transparante en niet-discriminerende regels, en vergezeld moeten gaan van effectieve capaciteitsgebouw, verlaging van tarifaire en non-tarifaire belemmeringen op milieugerelateerde goederen, diensten en investeringen, concrete steun voor emissiearme infrastructuren en goed gedefinieerde, voorspelbare regels;
31. weist darauf hin, dass sich die Industrieländer verpflichtet haben, im Zeitraum 2010–2012 neue, zusätzliche Finanzmittel aus öffentlichen und privaten Quellen in Höhe von mindestens 30 Mrd. USD sowie bis 2020 100 Mrd. USD pro Jahr bereitzustellen, wobei der Schwerpunkt auf den anfälligen und am wenigsten entwickelten Ländern liegen soll; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, ihren Verpflichtungen nachzukommen und dafür zu sorgen, dass die Mittel für Anpassungs- und Eindämmungsmaßnahmen zusätzlich zur öffentlichen Entwicklungshilfe bereitgestellt werden, für welche 0,7 % des Bruttonationaleinkommens zugesichert wurden, und klarzustellen, welchen Anteil die öffentliche Hand beitragen wird; verweist auf die Notwendigkeit, im Hinblick auf diese Ziel nationale und internationale Ressourcen aus allen verfügbaren Quellen zu erschließen und einen Weg für zusätzliche Maßnahmen zur Senkung der Emissionen im Zeitraum 2013 bis 2020 zu finden; fordert die Konferenz der Vertragsparteien auf, einen Rahmen für die Finanzierung des Klimaschutzes während des Übergangszeitraums 2013–2020 festzulegen; betont, dass diese Finanzierungen auf der Grundlage fairer, transparenter und nichtdiskriminierender Regeln erfolgen und mit einem effizienten Kapazitätsaufbau, dem Abbau tarifärer und nichttarifärer Handelshemmnisse für Umweltgüter, -leistungen und -investitionen, der konkreten Unterstützung von Infrastrukturen mit geringen Emissionen sowie klaren und vorhersehbaren Regeln einhergehen müssen;

33. dringt aan op ambitieuzere klimaat- en energiedoelstellingen: vermindering van de CO2-emissies met 40% tegen 2020 en met 80% tegen 2050 in vergelijking met de niveaus van 1990, en vergroting van het aandeel van hernieuwbare energieën in de elektriciteitsbevoorrading tot 35% tegen 2020; stelt voor specifieke emissiereductiedoelstellingen voor te stellen voor de vervoersector, inclusief de lucht- en de scheepvaart; dringt aan op aanvullende doelstellingen voor het verminderen van het gebruik van hulpbronnen en voor afvalpreventie; hamert in dit verband op het belang van een strategie voor het redden van de biodiversiteit om ecosystemen te herstellen, en van een ecosysteemtoets van sectoraal beleid zoals landbouw, vervoer en energie, en ruimtelijke ordening; dringt aan op een grondige herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid om in elk land tot voedselvoorzieningszekerheid te komen, de invoer van levensmiddelen te reduceren, voorrang te geven aan plaatselijke productie en consumptie, teneinde de klimaatverandering aan te pakken;
33. fordert ehrgeizigere klima- und energiepolitische Leitzielvorgaben: Verringerung der Kohlendioxidemissionen bis 2020 um 40 % und bis 2050 um 80 % im Vergleich zu 1990, Erhöhung des Anteils erneuerbarer Energien an der Stromversorgung auf 35 % bis 2020; schlägt die Festlegung von spezifischen Zielen zur Emissionsreduzierung im Verkehrssektor, einschließlich Luft- und Schiffsverkehr, vor; fordert die Festlegung zusätzlicher Ziele für die Verringerung der Ausbeutung von Ressourcen und die Abfallvermeidung; betont in diesem Zusammenhang nachdrücklich die Notwendigkeit der Festlegung einer „Strategie zur Erhaltung der biologischen Vielfalt“, um Ökosysteme wiederherzustellen, und einer „Ökosystemprüfung“ in einzelnen Politikbereichen wie Landwirtschaft, Verkehr, Energie und Raumplanung; fordert eine grundlegende Überarbeitung der Gemeinsamen Agrarpolitik, um die Nahrungsmittelsouveränität jedes Landes zu fördern und – als Mittel zur Bekämpfung des Klimawandels – Lebensmitteleinfuhren zu reduzieren sowie örtliche Erzeugung und örtlichen Verbrauch zu bevorzugen;

Hoewel er geen allesomvattend overzicht bestaat van de kosten van aanpassing in de EU, zullen de kosten van aanvullende maatregelen ter bescherming tegen overstromingen in de jaren 2020 naar schatting 1,7 miljard euro per jaar bedragen, en 3,4 miljard euro per jaar in de jaren 2050[10].
Zwar gibt es keine wirklich umfassende Übersicht über die Anpassungskosten für die EU, doch werden zusätzliche Maßnahmen für den Hochwasserschutz mit 1,7 Mrd. EUR jährlich bis zu den 2020ern und 3,4 Mrd. EUR jährlich bis zu den 2050ern veranschlagt[10].