Traduction de «tegen bumper uitgevoerd » (Néerlandais → Allemand) :

3.3. Er worden ten minste drie tests onderbeen-botslichaam tegen bumper uitgevoerd, een op elk derde van de bumper, op plaatsen waar de kans op letsel het grootst wordt geacht.
3.3. Am Stoßfänger sind mindestens drei Prüfungen mit dem Beinprüfkörper durchzuführen, und zwar eine in jedem Stoßfängerdrittel an den Stellen, die voraussichtlich am ehesten Verletzungen verursachen.

3.3. De tests bovenbeen-botslichaam tegen bumper wordt uitgevoerd op de in punt 3.3 van hoofdstuk II geselecteerde punten.
3.3. Prüfungen mit dem Hüftprüfkörper gegen den Stoßfänger sind an den gemäß Kapitel II Nummer 3.3 gewählten Stellen auszuführen.

Onderbeenvormig botslichaam tegen bumper (indien uitgevoerd)
Beinprüfkörper gegen Stoßfänger (falls durchgeführt)

Bovenbeenvormig botslichaam tegen bumper (indien uitgevoerd)
Hüftprüfkörper gegen Stoßfänger (falls durchgeführt)

De test Bovenbeen-botslichaam tegen bumper als beschermingsinrichting aan de voorzijde wordt uitgevoerd indien de Hoogte onderrand bumper als beschermingsinrichting aan de voorzijde in de testpositie meer dan 500 mm bedraagt.
Die Prüfung mit dem Oberteil des Beinform-Schlagkörpers gegen den Frontschutzbügel im Stoßfängerbereich ist durchzuführen, wenn die untere Höhe des Frontschutzbügels im Stoßfängerbereich in der Prüfposition mehr als 500 mm beträgt.

3.2. Minstens drie tests onderbeen-botslichaam tegen bumper moeten worden uitgevoerd, een op elk derde van de bumper, op plaatsen waar de kans op letsel het grootst wordt geacht.
3.2. Am Stoßfänger sind mindestens drei Prüfungen mit dem Beinform-Schlagkörper durchzuführen, und zwar eine in jedem Stoßfängerdrittel und an den Stellen, die voraussichtlich am ehesten Verletzungen verursachen.

3.2. De tests bovenbeen-botslichaam tegen bumper moeten worden uitgevoerd op de in punt 3.2 van bijlage II geselecteerde punten indien de hoogte van de onderrand van de bumper op het testpunt meer dan 500 mm bedraagt en de fabrikant verkiest een test met een bovenbeen-botslichaam uit te voeren in plaats van met een onderbeen-botslichaam.
3.2. Eine Prüfung mit dem Hüftform-Schlagkörper gegen den Stoßfänger ist an den in Kapitel II Nummer 3.2 bezeichneten Stellen durchzuführen, wenn die untere Stoßfängerhöhe an der zu prüfenden Stelle mehr als 500 mm beträgt und der Hersteller sich dafür entscheidet, statt der Prüfung mit dem Beinform-Schlagkörper eine Prüfung mit dem Hüftform-Schlagkörper durchzuführen.

3.1.1. Been-botslichaam tegen bumper: een van de onder 3.1.1.1 of 3.1.1.2 omschreven been-botslichaamtests moet worden uitgevoerd.
3.1.1. Prüfung mit Beinform-Schlagkörper gegen den Stoßfänger: Eine der in den Nummern 3.1.1.1 oder 3.1.1.2 genannten Prüfungen ist durchzuführen:

3.1.1.1 Onderbeen-botslichaam tegen bumper: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h.
3.1.1.1 Unterteil des Schlagkörpers gegen den Stoßfänger: Die Prüfung wird mit einer Aufprallgeschwindigkeit von 40 km/h durchgeführt.

3.1.1.2 Bovenbeen-botslichaam tegen bumper: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h.
3.1.1.2 Oberteil des Schlagkörpers gegen den Stoßfänger: Die Prüfung wird mit einer Aufprallgeschwindigkeit von 40 km/h durchgeführt.