De verzoekende partijen zijn van oordeel dat de bestreden bepaling tevens een schending inhoudt van artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980 en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de gestrengheid van de criteria om bouw- en sloopafval tegen een verlaagd tarief te mogen storten of verbranden enkel in het Vlaamse Gewest geldt.
Die klagenden Parteien sind der Auffassung, die angefochtene Bestimmung enthalte ebenfalls einen Verstoss gegen Artikel 6 § 1 VI Absatz 3 der obenerwähnten Sondergesetzes vom 8. August 1980 und gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, da die Strenge der Kriterien, um Bauschutt und Abbruchmaterial zu einem ermässigten Tarif deponieren oder verbrennen zu dürfen, nur in der Flämischen Region gelten würde.