7. benadrukt dat acties voor
de bestrijding van mensensmokkel, vooral van niet-begeleide minderjarigen, en slavernij – in welke vorm ook – in verband met illegale migratie, door
de EU met voorrang moeten worden uitgevoerd en dat hieraan voldoende financiële en politieke middelen moeten worden toegewezen; is van mening dat lidstaten de relevante internationale verdragen moeten tekenen en naleven, met inbegrip van het VN-protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensensmokkel, het Verdrag van de Raad van Europa inzak
...[+++]e de bestrijding van mensensmokkel, het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, en het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind; 7. betont, dass die Bekämpfung des Menschenhandels, vor allem im Hinblick auf unbegleitete Minderjährige, und jeder Form der Sklaverei in Verbindung mit der illegalen Einwanderung als eine Priorität der EU betrachtet werden muss und dass angemessene finanzielle und politische Mittel für diese Maßnahmen bereitgestellt werden müssen; ist der Auffassung, dass die Mitgliedstaaten die einschlägigen internationalen Übereinkommen unterze
ichnen und erfüllen sollten, einschließlich des UN-Protokolls zur Verhütung, Bekämpfung und Bestrafung des Menschenhandels, des Übereinkommens des Europarats über Maßnahmen zur Bekämpfung des Menschenhandels, de
s UN-Übere ...[+++]inkommens gegen die grenzüberschreitende organisierte Kriminalität und des UN-Übereinkommens über die Rechte des Kindes;