Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 8 juli 2011 blijkt dat de wetgever wenste op te treden tegen misbruiken bij schijnsamenwoning (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/004, p. 9, en DOC 53-0443/018, pp. 8, 13 en 22).
Aus den Vorarbeiten zu dem Gesetz vom 8. Juli 2011 geht hervor, dass der Gesetzgeber gegen Missbräuche bei fingiertem Zusammenwohnen vorgehen wollte (Parl. Dok., Kammer, 2010-2011, DOC 53-0443/004, S. 9, und DOC 53-0443/018, SS. 8, 13 und 22).