De grondleggers van het Verdrag hebben daarin een verbod op dergelijke praktijken vastgelegd, omdat zij voor alles de middelen wensten te hebben om het beginsel van de vrije mededinging te doen naleven, als natuurlijk tegenwicht voor de vrijheid waarover ondernemers in een markteconomie beschikken.
Die Verfasser des Vertrags hatten ein Verbot solcher Praktiken vorgesehen, da sie vor allem eine Möglichkeit haben wollten, dem Grundsatz des freien Wettbewerbs - als natürliches Gegengewicht zur unternehmerischen Freiheit in einer Marktwirtschaft - Geltung zu verschaffen.