29. onderstreept dat de lidstaten en openbare en particuliere organisaties voorrang moeten geven aan een beter evenwicht tussen beroep en gezin door te zorgen voor gezinsvriendelijker arbeidsvoorwaarden zoals flexibele arbeidstijden en telewerk, en door het uitbouwen van voorzieningen voor kinderen, crèches, enz.;
29. betont, dass die Mitgliedstaaten und öffentliche und private Organisationen der Vereinbarkeit von Beruf und Privatleben Priorität einräumen sollten, indem familienfreundliche Arbeitsbedingungen wie etwa flexible Arbeitszeiten und Telearbeit geschaffen und Kinderbetreuungseinrichtungen, Kindertagesstätten usw. ausgebaut werden;