(d) voor het berekenen van biobrandstoffen in de teller bedraagt het aandeel van energie uit biobrandstoffen geproduceerd uit granen en andere zetmeelrijke gewassen, suikers, olie- en oliegewassen andere op land verbouwde energiegewassen niet meer dan 5 %, het geraamde aandeel ervan eind 2011, 6 % van het eindenergieverbruik in de vervoersector in 2020.
„d) bei der Berechnung der Biokraftstoffe im Zähler beträgt der Anteil von Energie aus Biokraftstoffen, die aus Getreide und sonstigen stärkehaltigen Pflanzen, Zuckerpflanzen Zucker-, Öl- und Ölpflanzen sonstigen auf Landflächen angebauten Energiepflanzen hergestellt werden, höchstens 5 % (geschätzter Anteil Ende 2011) 6 % des Endenergieverbrauchs im Verkehrssektor im Jahr 2020.