2. Schendt artikel 59, derde lid, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de personen die louter worden verdacht van inbreuken op de wet op het natuurbehoud verschillend behandelt ten opzichte van hetgeen is vooropgesteld in de regels van de artikelen 87 en 89bis van het Wetboek van Strafvordering ?
2. Verstösst Artikel 59 Absatz 3 des Gesetzes vom 12. Juli 1973 über die Erhaltung der Natur gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er jene Personen, die lediglich der Übertretung des Gesetzes über die Erhaltung der Natur verdächtigt werden, unterschiedlich behandelt im Verhältnis zu dem, was in den Vorschriften der Artikel 87 und 89bis des Strafprozessgesetzbuches vorausgesetzt wird?