Het eerste middel in de zaak nr. 6136 is afgeleid uit e
en schending van de artikelen 13 en 150 van de Grondwet, door artikel 9, § 1, van de Interneringswet 2014, doordat het, volgens de verzoekende partijen, aan de onderzoeksgerechten de bevoegdheid zou geven om een uits
praak ten gronde te doen voor misdaden, « in gevallen waar de ten aanzien van de vordering tot internering betwisting voerende verdachte er niet in toestemt om de beoordeling van de tenlasteleggingen en van zijn geestestoestand
...[+++] te onttrekken aan een jury ».
Der erste Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6136 ist abgeleitet aus einem Verstoß gegen die Artikel 13 und 150 der Verfassung durch Artikel 9 § 1 des Internierungsgesetzes 2014, indem dadurch nach Darlegung der klagenden Parteien den Untersuchungsgerichten die Befugnis erteilt werde, zur Sache zu urteilen bei Verbrechen « in Fällen, in denen der Beschuldigte, der sich dem Antrag auf Internierung widersetzt, nicht damit einverstanden ist, die Beurteilung der Anschuldigungen und seines Geisteszustandes einem Geschworenenkollegium zu entziehen ».