1. « Is art. 31 van de Gecoördineerde Wetten op de Raad van State in strijd met het recht op toegang tot de rechter, vervat in art. 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met art. 6 EVRM en met art. 13 EVRM, dat tevens het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel voorziet, doordat art. 31 van de Gecoördineerde Wetten op de Raad van State verhindert dat de verzoeker voor de Raad van State de herziening kan vorderen van een arrest waarbij één van zijn aangevoerde middelen of onderdelen van één van deze middelen - al dan niet bij vergissing - niet ten gronde onderzocht werd, doordat het ten onrechte als onontvankelijk werd afgewezen ?
1. « Steht Artikel 31 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat im Widerspruch zum Recht auf gerichtliches Gehör im Sinne von Artikel 13 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 EMRK und Artikel 13 EMRK, der ebenfalls das Recht auf wirksame Beschwerde vorsieht, indem Artikel 31 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat verhindert, dass der Kläger vor dem Staatsrat die Revision eines Entscheids beantragen kann, mit dem einer seiner vorgebrachten Klagegründe oder Teile von einem dieser Klagegründe - ggf. irrtümlicherweise - nicht zur Sache geprüft wurde, indem dieser zu Unrecht als unzulässig abgewiesen wurde?