Ten slotte voert de verzoeker in de zaak nr. 2477 het discriminerende karakter aan van de bekrachtigde artikelen XII. II. 26, XII. II. 27, XII. II. 28 en XII. II. 30 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001, in zoverre ze de lagere officieren niet toestaan een vorm van berekening van hun anciënniteit te genieten, terwijl zulks wel het geval is voor de leden van het middenkader of het kader van de hogere officieren.
Schliesslich führt der Kläger in der Rechtssache Nr. 2477 die diskriminierende Beschaffenheit der bestätigten Artikel XII. II. 26, XII. II. 27, XII. II. 28 und XII. II. 30 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 an, insofern sie es den untergeordneten Offizieren nicht ermöglichten, in den Genuss einer Berechnungsweise ihres Dienstalters zu gelangen, während dies für die Mitglieder des mittleren Kaders oder des Kaders der höheren Offiziere der Fall sei.