Ten slotte wijst de ARGO erop dat het verschil in rechtspositie van het personeel van het gemeenschapsonderwijs, enerzijds, en het gesubsidieerd vrij onderwijs, anderzijds, leidt tot een verschil in rechtsbescherming, doordat enkel de eerste categorie een beroep tot vernietiging kan instellen bij de Raad van State en alzo een eventuele reïntegratie kan verkrijgen.
Schliesslich weist der ARGO darauf hin, dass der Unterschied in der Rechtsstellung des Personals des Gemeinschaftsunterrichts einerseits und des subventionierten freien Unterrichts andererseits zu einem Unterschied im Rechtsschutz führe, da nur die erste Kategorie eine Nichtigkeitsklage beim Staatsrat einreichen und auf diese Weise eine etwaige Wiedereinstellung erreichen könne.