Bij artikel 6 van de wet van 10 april 2014 werd artikel 39/83 van de wet van 15 december 1980 als volgt vervangen : « Behoudens toestemming van de betrokkene, zal ten aanzien van een vreemdeling die het voorwerp uitmaakt van een verwijderings- of terugdrijvingsmaatregel, sl
echts tot gedwongen tenuitvoerlegging van deze maatregel w
orden overgegaan na het verstrijken van de in artikel 39/57, § 1, derde lid, bedoelde beroepstermijn of, wanneer de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van deze maatregel bij uiterst dringende noodzakelijkheid werd i
...[+++]ngeleid binnen deze termijn, nadat de Raad deze vordering heeft verworpen ».
Durch Artikel 6 des Gesetzes vom 10. April 2014 wurde Artikel 39/83 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 wie folgt ersetzt: « Vorbehaltlich der Zustimmung des Betreffenden wird die Zwangsvollstreckung der Entfernungs- oder Abweisungsmaßnahme, die gegen einen Ausländer gefasst worden ist, erst nach Ablauf der in Artikel 39/57 § 1 Absatz 3 erwähnten Beschwerdefrist vorgenommen oder, wenn die Aussetzung der Ausführung der Maßnahme in äußerster Dringlichkeit innerhalb dieser Frist beantragt worden ist, erst vorgenommen, nachdem der Rat den Antrag abgelehnt hat ».