In het vooruitzicht van de aanneming van het kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties [139], rijst de vraag of de staat van veroordeling het recht moet hebben de overdracht van de tenuitvoerlegging te weigeren tot de veroordeelde de boete heeft betaald.
Mit Blick auf die geplante Annahme des Rahmenbeschlusses über die Anwendung des Grundsatzes der gegenseitigen Anerkennung von Geldstrafen oder Geldbußen [139] stellt sich die Frage, ob der Urteilsstaat das Recht haben sollte, eine Übertragung der Vollstreckung abzulehnen, bis der Verurteilte die Geldstrafe oder Geldbuße bezahlt hat.