« Art. 55. Wanneer een zaak als bedoeld in titel II, hoofdstuk III, bij de jeugdrechtbank aanhangig is gemaakt, wordt aan de partijen en aan hun advocaat kennis gegeven van de neerlegging van het dossier ter griffie waar ze er vanaf het ogenblik van de betekening van de dagvaarding inzage kunnen van nemen.
« Art. 55. Wenn eine Sache im Sinne von Titel II Kapitel III bei dem Jugendgericht anhängig gemacht worden ist, werden die Parteien und ihre Anwälte von der Hinterlegung des Dossiers bei der Kanzlei in Kenntnis gesetzt, das sie daselbst vom Zeitpunkt der Zustellung der Vorladung an einsehen können.