15. benadrukt voorts dat stroomafwaarts gelegen gebieden in MOL's afhankelijk zijn van de natuurlijke rijkdommen in stroomgebieden en dat zij tot de rijkste landbouwgebieden ter wereld behoren; brengt in herinnering dat de snelle economische groei van zowel China als India deels wordt veroorzaakt door hun gezamenlijke status van „s werelds grootste rijstproducenten, waarbij het grootste gedeelte van hun productie afkomstig is uit de stroomgebieden van de Ganges, de Yangtze, en de Gele Rivier, gebieden die zonder uitzondering door GLOF's worden bedreigd;
15. betont ferner, dass stromabwärts gelegene Gebiete in LDC ihren Reichtum den natürlichen Ressourcen der Flussbecken verdanken und dass sie zu den reichsten Agrargebieten in der Welt gehören; erinnert daran, dass das rasche Wirtschaftswachstum Chinas und Indiens teilweise darauf zurückzuführen ist, dass die beiden Länder die wichtigsten Reisanbauländer sind, wobei die Produktion zum größten Teil aus den Flussbecken des Ganges, des Jangtse und des Gelben Flusses (Huanghe) stammt, die alle von GLOF bedroht sind;