1.6. „zitplaats”: een structuur die, inclusief bekleding, al dan niet een integrerend deel uitmaakt van de voertuigstructuur en die zitplaats biedt aan één volwassene; deze term geldt zowel voor een stoel als voor een deel van een bank dat voor één persoon is bestemd.
1.6. ‚Sitz‘ eine Struktur, die zum Fahrzeugaufbau gehören kann, einschließlich Ausrüstungsteilen, und die einen Sitzplatz für einen Erwachsenen bietet; der Ausdruck bezeichnet sowohl einen Einzelsitz als auch den Teil einer Sitzbank, der einem Sitzplatz entspricht.