1 de weduwen die met één der bij de artikelen 49, 50 en 51 van de op 5 oktober 1948 samengeordende wetten op de vergoedingspensioenen, alsmede bij de artikelen 2 en 57, § 1, van dezelfde samengeordende wetten, bedoelde perso
nen in het huwelijk zijn getreden en de toepassing van artikel 1, eerste lid, van deze wetten hebben kunnen inroepen, mits het huwelijk werd aangega
an hetzij binnen de termijn van vijf jaar te rekenen van de datum van de terugkeer van de echtgenoot in zijn haardstede, hetzij vóór 1 juli 1961 indien het niet binnen de voor
noemde ter ...[+++]mijn werd aangegaan.
1. die Witwen, die eine in den Artikeln 49, 50 und 51 der am 5. Oktober 1948 koordinierten Gesetze über die Entschädigungspensionen sowie in den Artikeln 2 und 57 § 1 derselben koordinierten Gesetze genannte Person geheiratet haben und die Anwendung von Artikel 1 Absatz 1 dieser Gesetze haben beanspruchen können, unter der Bedingung, dass die Ehe entweder innerhalb von fünf Jahren ab der Rückkehr des Ehegatten nach Hause oder, wenn sie nicht innerhalb der o.a. Frist eingegangen wurde, vor dem 1. Juli 1961 geschlossen wurde.