De verzoekende partijen gaan ervan uit dat die bepaling, die de termijnen regelt waarbinnen een aanvraag voor een verblijfsrecht moet worden behandeld, de door het Hof in zijn arresten nrs. 128/2010 van 4 november 2010 en 12/2011 van 27 januari 2011 vastgestelde lacune niet verhelpt.
Die klagenden Parteien sind der Auffassung, diese Bestimmung zur Regelung der Fristen, innerhalb deren ein Antrag auf Aufenthaltsrecht behandelt werden müsse, schließe nicht die Lücke, die der Gerichtshof in seinen Entscheiden Nrn. 128/2010 vom 4. November 2010 und 12/2011 vom 27. Januar 2011 festgestellt habe.