In afwachting van de installatie van het eenheidsloket worden de termijnen van negentig dagen bedoeld in artikel R.40-13, § 3, en in artikel R.40-10, § 3, op honderd vijftig dagen gebracht.
In Erwartung der Einrichtung der zentralen Anlaufstelle werden die in Artikel R.40-3 § 3 und in Artikel R.40-10 § 3 genannten Fristen von neunzig Tagen auf hundertfünfzig Tage verlängert.