In tegenstelling tot hetgeen in het oorspronkelijke standpunt van het Parlement stond, mogen uitzonderingen op het teruggooiverbod weliswaar worden vastgesteld (tot maximaal 5 % van alle vangsten en 7 % in een overgangsperiode) maar zij kunnen niet onmiddellijk van kracht worden en zij moeten voorwerp zijn van een afzonderlijk besluit.
Entgegen der ursprünglichen Position des Parlaments dürfen zwar Ausnahmen vom Rückwurfverbot beschlossen werden (bis zu 5 % aller Fänge, für einen Übergangszeitraum 7 %) – diese gelten jedoch nicht unmittelbar, sondern nur durch einen gesonderten Beschluss.