A. overwegende dat het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaak C-290/14 heeft besloten dat Richtlijn 2008/115/EG betreffende terugkeer "aldus moet worden uitgelegd dat deze richtlijn zich in beginsel niet verzet tegen een regeling van een lidstaat waarbij een gevangenisstraf wordt opgelegd aan een illegaal verblijvende derdelander die, nadat hij in het kader van een eerdere terugkeerprocedure naar zijn land van herkomst was teruggekeerd, in weerwil van een inreisverbod opnieuw illegaal het grondgebied van die staat binnenkomt";
A. in der Erwägung, dass der Gerichtshof der Europäischen Union in der Rechtssache C-290/14 entschieden hat, dass die Richtlinie 2008/115/EG im Bereich Rückführung dahingehend auszulegen ist, „dass sie einer Regelung eines Mitgliedsstaats, die die Verhängung einer Freiheitsstrafe gegen einen illegal aufhältigen Drittstaatsangehörigen vorsieht, der nach einer im Rahmen eines früheren Rückkehrverfahrens erfolgten Rückkehr in sein Herkunftsland unter Verstoß gegen ein Einreiseverbot erneut illegal in das Hoheitsgebiet dieses Staates einreist, grundsätzlich nicht entgegensteht“;