Aangezien artikel 18, derde lid, geen onverantwoord verschil van behandeling in het leven roept ten nadele van de categorie van vakorganisaties waartoe de verzoekster behoort, heeft zij geen belang om de terugwerkende draagwijdte te bekritiseren die in artikel 4 van de aangevochten wet aan die bepaling wordt gegeven.
Da Artikel 18 Absatz 3 keinen ungerechtfertigten Behandlungsunterschied zum Nachteil der Kategorie der Gewerkschaftsorganisationen, der die Klägerin angehört, einführt, hat diese kein Interesse an der Anfechtung der Rückwirkung, die Artikel 4 des angefochtenen Gesetzes dieser Bestimmung verleiht.