Elke lidstaat die zijn oorspronkelijke inleg opeist zou dan ook rustig een beroep mogen doen op de strategie van Lissabon en daarmee de concurrentie het nakijken geven – en we weten allemaal dat concurrentie veelal hand in hand gaat met aantasting van het milieu –, of duurzame ontwikkeling naar zijn hand kunnen zetten terwijl deze juist een overkoepelende aanpak vereist, ofwel het tegenovergestelde van concurrentie.
Jedem Mitgliedstaat, der aussteigen will, stände es also frei, aus der Lissabonner Strategie zu schöpfen und so zu einem unvergleichlichen Wettbewerber zu werden – und wir wissen sehr wohl, dass Wettbewerb im Allgemeinen Hand in Hand mit der Zerstörung der Umwelt geht –, oder die nachhaltige Entwicklung, die eine globale Vorgehensweise erforderlich macht, als das Gegenteil eines solchen Wettbewerbs zu fordern.