Het eerste middel is afgeleid uit een schending van de artikelen 162, eerste lid, en 170, § 3, van de Grondwet, doordat de bestreden bepaling de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen zou verplichten om een deel van hun inkomsten te betrekken uit opcentiemen op de onroerende voorheffing, enerzijds, en een deel van hun inkomsten af te staan aan het Vlaamse Gewest, anderzijds, terwijl uitsluitend de federale wetgever bevoegd is voor de regeling van de provinciale fiscaliteit.
Der erste Klagegrund ist abgeleitet aus einem Verstoss gegen die Artikel 162 Absatz 1 und 170 § 3 der Verfassung, indem die angefochtene Bestimmung die Provinzen Antwerpen und Ostflandern verpflichten würde, einen Teil ihrer Einnahmen aus Zuschlagshundertsteln auf den Immobilienvorabzug zu beziehen, einerseits, und einen Teil ihrer Einnahmen an die Flämische Region abzutreten, andererseits, während ausschliesslich der föderale Gesetzgeber für die Regelung des Steuerwesens der Provinzen zuständig wäre.