4. De lidstaten zorgen ervoor dat de toepassing van pesticiden zoveel mogelijk wordt beperkt of, voorzover mogelijk, achterwege wordt gelaten op en langs wegen, spoorwegen, zeer doorlaatbare oppervlakken en andere infrastructuur in de nabijheid van oppervlaktewater of grondwater, alsook op afgedichte oppervlakken waar een groot risico van afspoeling in oppervlaktewateren of rioleringssystemen bestaat.
(4) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass das Ausbringen von Pestiziden auf oder entlang von Straßen, Bahnlinien, sehr durchlässigen Flächen oder anderen Infrastrukturen in der Nähe von Oberflächengewässern oder Grundwasser sowie auf versiegelten Flächen, bei denen ein hohes Risiko des Ablaufens in Oberflächengewässer oder in die Kanalisation besteht, so weit wie möglich verringert oder gegebenenfalls ganz eingestellt wird.