De verzoeker is van mening dat hij tevens belang erbij heeft de vernietiging te vorderen van artikel 30 van de wet betreffende de verticale integratie van het openbaar ministerie, in zoverre het een derde lid toevoegt aan artikel 43ter, § 3, van de voormelde wet van 15 juni 1935, aangezien die bepaling hem de mogelijkheid ontneemt zich kandidaat te stellen als eerste voorzitter van het Arbeidshof bij het verstrijken van zijn mandaat van voorzitter van de Arbeidsrechtbank te Brussel.
Der Kläger ist der Auffassung, er habe ebenfalls ein Interesse an der Beantragung der Nichtigerklärung von Artikel 30 des Gesetzes über die vertikale Integration der Staatsanwaltschaft, insofern er Artikel 43 § 3 des obengenannten Gesetzes vom 15. Juni 1935 einen Absatz 3 hinzufüge, da diese Bestimmung ihm die Möglichkeit entziehe, sich bei Ablauf seines Mandats als Präsident des Arbeitsgerichts Brüssel um das Amt als erster Präsident des Arbeitsgerichtshofes zu bewerben.