3. Als een nationale administrateur constateert dat er sprake is van een situatie waarin elke toegang tot de rekeningen die hij overeenkomstig deze verordening beheert, moet worden geschorst, stelt hij de centrale administrateur en de rekeninghouders zo lang van tevoren als haalbaar is, van die schorsing in kennis.
3. Wird sich ein nationaler Verwalter einer Situation bewusst, die die Totalsperre des Zugangs zu sämtlichen von ihm gemäß dieser Verordnung verwalteten Konten erfordert, so benachrichtigt er den Zentralverwalter und die Kontoinhaber soweit praktisch möglich im Voraus über die Zugangsperre.