In het arrest nr. 73/98 heeft het Hof immers geoordeeld dat een vergelijkbare exceptie « slechts gegrond kan zijn wanneer het bestreden decreet mede een zaak van ruimtelijke ordening is », wat de Vlaamse Regering thans staande houdt in haar memorie (p. 17).
Im Urteil Nr. 73/98 habe der Hof jedoch den Standpunkt vertreten, dass eine vergleichbare Einrede « nur begründet sein kann, wenn das angefochtene Dekret auch eine Sache der Raumordnung ist », was die Flämische Regierung in ihrem Schriftsatz behaupte (S. 17).