Bij overlijden van een gewezen tijdelijk functionaris als bedoeld in artikel 2, onder a), c) of d), die zijn dienst vóór het bereiken van de 63-jarige leeftijd heeft beëindigd en om een tot de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin hij de 63-jarige leeftijd zou hebben bereikt, uitgesteld ouderdomspensioen heeft verzocht, hebben de kinderen die als te zijnen laste worden aangemerkt in de zin van artikel 2 van bijlage VII van het Statuut, onder de bovengenoemde voorwaarden recht op een wezenpensioen.
Stirbt ein ehemaliger Bediensteter auf Zeit im Sinne von Artikel 2 Buchstaben a), c) oder d), der vor Vollendung des 63. Lebensjahres aus dem Dienst ausgeschieden ist und verlangt hat, dass die Ruhegehaltszahlung erst am ersten Tag des Kalendermonats beginnt, der auf den Monat folgt, in dem er das 63. Lebensjahr vollendet, so haben die im Sinne von Anhang VII Artikel 2 des Statuts unterhaltsberechtigten Kinder nach Maßgabe der vorstehenden Absätze Anspruch auf ein Waisengeld.