Dit amendement stelt kleinschalige visserij in staat om tijdens het gesloten seizoen op kabeljauw te vissen, in het bijzonder tijdens de zomermaanden, zonder negatieve gevolgen voor de concentraties van bestanden vóór de paai en van paaibestanden, die zich vormen in de diepten van de Oostzee, weg van de kustgebieden.
Diese Änderung ermöglicht Kleinfischereien, während der Schonzeit, insbesondere während der Sommermonate, Dorsch zu fangen, ohne die Vorlaich- und Laichkonzentrationen, die in den Meerestiefen der Ostsee weit entfernt von den Küstengebieten auftreten, zu beeinträchtigen.