Tijdens dit debat werd hoofdzakelijk gesproken over: (i) de noodzaak om de vaardigheden en kwalificaties van werknemers door middel van levenslang leren te verbeteren, (ii) het idee dat werk lonend moet zijn, (iii) zorgen voor een adequate regulering van migratiestromen, en (iv) de noodzaak van verenigbaarheid van beroep en gezinsleven.
In den verschiedenen Beiträgen zu dieser Aussprache ging es hauptsächlich um die Notwendigkeit, die Fertigkeiten und Qualifikationen der Arbeitnehmer durch lebenslanges Lernen zu verbessern, um das Konzept „Arbeit muss sich lohnen“, um die Sicherstellung einer angemessenen Steuerung der Migrationsströme und um die Notwendigkeit der Vereinbarkeit von Beruf und Familie.