10. roept er daarom toe op het plafond van de financiële vooruitzichten op 1,24 % van het BBP vast te stellen, zoals door de Commissie is voorgesteld, teneinde ervoor te zorgen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor de regionale en structuurfondsen, alsook voor de essentiële Trans-Europese vervoersprojecten.
10. fordert daher, dass die Obergrenze der Finanziellen Vorausschau, wie von der Kommission vorgeschlagen, auf 1,24% des BNE festgesetzt wird, um zu gewährleisten, dass ausreichende Mittel für die Regional- und Strukturfonds sowie für wichtige transeuropäische Verkehrsprojekte verfügbar sind.