Vertaling van "toegang zoals opgenomen " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

product zoals opgenomen in de Europese farmacopee
im Europäischen Arzneibuch aufgeführtes Erzeugnis

beginselen van de waardebepaling zoals opgenomen in het GATT
Bewertungsgrundsätze des GATT

de niet opgenomen verlofdagen zoals voor dagen werkelijke dienst bezoldigen
nicht genommene Urlaubstage wie abgeleistete Arbeitstage vergüten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Om te waarborgen dat geen afbreuk wordt gedaan aan de beperkingen van de toegang zoals opgenomen in deze richtlijn, moet het gebruik van bewijsmateriaal als bedoeld in de overwegingen 24 en 25 dat uitsluitend is verkregen door toegang tot het dossier van een mededingingsautoriteit, onder dezelfde voorwaarden worden beperkt.
Um sicherzustellen, dass die Beschränkungen der Offenlegung nach dieser Richtlinie nicht unterwandert werden, sollte die Verwendung der in den Erwägungsgründen 24 und 25 genannten Beweismittel, welche ausschließlich durch die Einsicht in die Akten einer Wettbewerbsbehörde erlangt wurden, unter den gleichen Umständen beschränkt werden.

– gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zoals opgenomen in de Verdragen krachtens artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), en met name artikel 8 (bescherming van persoonsgegevens), artikel 11 (vrijheid van meningsuiting en informatie), artikel 21 (non-discriminatie), artikel 23 (gelijkheid van mannen en vrouwen), artikel 25 (rechten van ouderen), artikel 26 (integratie van personen met een handicap), artikel 34 (sociale zekerheid en sociale bijstand), artikel 36 (toegang tot diensten van algemeen economisch belang), artikel 37 (milieubescherming) en artikel 38 (consumentenbescherming),
– unter Hinweis auf die Charta der Grundrechte der Europäischen Union, so wie sie über Artikel 6 des Vertrags über die Europäische Union in die Verträge aufgenommen wurde, insbesondere auf Artikel 8 (Schutz personenbezogener Daten), Artikel 11 (Freiheit der Meinungsäußerung und Informationsfreiheit), Artikel 21 (Nichtdiskriminierung), Artikel 23 (Gleichheit von Frauen und Männern), Artikel 25 (Rechte älterer Menschen), Artikel 26 (Integration von Menschen mit Behinderung), Artikel 34 (Soziale Sicherheit und soziale Unterstützung), Artikel 36 (Zugang zu Dienstleistungen von allgemeinem wirtschaftlichen Interesse), Artikel 37 (Umweltschutz) und Artikel 38 (Verbraucherschutz),

73. benadrukt zijn ernstige bezorgdheid over de werkzaamheden die binnen de Raad van Europa zijn verricht door het Comité van deskundigen inzake criminaliteit in de cyberruimte en die tot doel hebben een bijkomend protocol op te stellen voor de uitlegging van artikel 32 van het verdrag inzake cybercriminaliteit van 23 november 2001 met betrekking tot grensoverschrijdende toegang tot opgeslagen computergegevens waarvoor toestemming is verleend of die openbaar zijn , teneinde het gebruik en de uitvoering ervan doeltreffender te maken in het licht van de juridische, beleidsmatige en technologische ontwikkelingen; roept de Commissie en de lidstaten op om, in het licht van de komende behandeling door het Comité van ministers van de Raad van Europa, te zorgen voor de verenigbaarheid van de bepalingen van artikel 32 van het verdrag inzake cybercriminaliteit, alsook de interpretatie ervan in de lidstaten, met de grondrechten, met inbegrip van gegevensbescherming en, met name, de bepalingen inzake grensoverschrijdend verkeer van persoonsgegevens, zoals opgenomen in het EU-Handvest van de grondrechten, de EU-wetgeving met betrekking tot gegevensbescherming, het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens („Verdrag 108”), die wettelijk bindend zijn voor de lidstaten; roept de Commissie en de lidstaten op resoluut alle maatregelen af te wijzen die de toepassing van deze rechten in gevaar zouden kunnen brengen; is verontrust door het feit dat indien dergelijk bijkomend protocol zou worden goedgekeurd, de uitvoering ervan zou kunnen leiden tot onbeperkte toegang op afstand door rechtshandhavingsinstanties tot servers en computersystemen die zich in andere rechtsgebieden bevinden, zonder gebruik te maken van overeenkomsten voor wederzijdse rechtshulp of andere instrumenten voor justitiële samenwerking die ingesteld zijn om de grondrechten va ...
73. unterstreicht seine erhebliche Besorgnis über das Vorhaben des Ausschusses für das Übereinkommen über Computerkriminalität im Europarat, ein Zusatzprotokoll für die Auslegung von Artikel 32 des Übereinkommens über Computerkriminalität vom 23. November 2001 zum „grenzüberschreitende[n] Zugriff auf gespeicherte Computerdaten mit Zustimmung oder wenn diese öffentlich zugänglich sind“ , auszuarbeiten, mit dem die wirksame Anwendung und Umsetzung der Bestimmungen mit Blick auf die rechtlichen, politischen und technologischen Entwicklungen erleichtert werden soll; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, angesichts der bevorstehenden Prüfung durch das Ministerkomitee des Europarates sicherzustellen, dass die Bestimmung in Artikel 32 des Übereinkommens über Computerkriminalität und ihre Auslegung in den Mitgliedstaaten mit den Grundrechten – darunter der Datenschutz und insbesondere die Bestimmungen zum grenzüberscheitenden Verkehr personenbezogener Daten – vereinbar ist, welche in der EU-Charta der Grundrechte, dem EU-Datenschutzrecht, der Europäischen Menschenrechtskonvention und dem Übereinkommen des Europarats zum Schutz des Menschen bei der automatischen Verarbeitung personenbezogener Daten („Übereinkommen 108“) verankert und für die Mitgliedstaaten rechtsverbindlich sind; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, Maßnahmen, die die Anwendung dieser Rechte gefährden würden, entschieden abzulehnen; ist besorgt darüber, dass die Umsetzung eines solchen Zusatzprotokolls, sofern es gebilligt wird, ungeachtet der Rechtshilfeabkommen und anderen Instrumente der justiziellen Zusammenarbeit, die zur Sicherung der Grundrechte der Einzelnen, einschließlich des Rechts auf Datenschutz und auf ein faires Verfahren, eingerichtet wurden, zu einem ungehinderten Fernzugriff von Strafverfolgungsbehörden auf Server und Computersysteme in anderen Gerichtsbarkeiten führen könnte;

73. benadrukt zijn ernstige bezorgdheid over de werkzaamheden die binnen de Raad van Europa zijn verricht door het Comité van deskundigen inzake criminaliteit in de cyberruimte en die tot doel hebben een bijkomend protocol op te stellen voor de uitlegging van artikel 32 van het verdrag inzake cybercriminaliteit van 23 november 2001 met betrekking tot grensoverschrijdende toegang tot opgeslagen computergegevens waarvoor toestemming is verleend of die openbaar zijn, teneinde het gebruik en de uitvoering ervan doeltreffender te maken in het licht van de juridische, beleidsmatige en technologische ontwikkelingen; roept de Commissie en de lidstaten op om, in het licht van de komende behandeling door het Comité van ministers van de Raad van Europa, te zorgen voor de verenigbaarheid van de bepalingen van artikel 32 van het verdrag inzake cybercriminaliteit, alsook de interpretatie ervan in de lidstaten, met de grondrechten, met inbegrip van gegevensbescherming en, met name, de bepalingen inzake grensoverschrijdend verkeer van persoonsgegevens, zoals opgenomen in het EU-Handvest van de grondrechten, de EU-wetgeving met betrekking tot gegevensbescherming, het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens ("Verdrag 108"), die wettelijk bindend zijn voor de lidstaten; roept de Commissie en de lidstaten op resoluut alle maatregelen af te wijzen die de toepassing van deze rechten in gevaar zouden kunnen brengen; is verontrust door het feit dat indien dergelijk bijkomend protocol zou worden goedgekeurd, de uitvoering ervan zou kunnen leiden tot onbeperkte toegang op afstand door rechtshandhavingsinstanties tot servers en computersystemen die zich in andere rechtsgebieden bevinden, zonder gebruik te maken van overeenkomsten voor wederzijdse rechtshulp of andere instrumenten voor justitiële samenwerking die ingesteld zijn om de grondrechten van ...
73. unterstreicht seine erhebliche Besorgnis über das Vorhaben des Ausschusses für das Übereinkommen über Computerkriminalität im Europarat, ein Zusatzprotokoll für die Auslegung von Artikel 32 des Übereinkommens über Computerkriminalität vom 23. November 2001 zum „grenzüberschreitende[n] Zugriff auf gespeicherte Computerdaten mit Zustimmung oder wenn diese öffentlich zugänglich sind“, auszuarbeiten, mit dem die wirksame Anwendung und Umsetzung der Bestimmungen mit Blick auf die rechtlichen, politischen und technologischen Entwicklungen erleichtert werden soll; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, angesichts der bevorstehenden Prüfung durch das Ministerkomitee des Europarates sicherzustellen, dass die Bestimmung in Artikel 32 des Übereinkommens über Computerkriminalität und ihre Auslegung in den Mitgliedstaaten mit den Grundrechten – darunter der Datenschutz und insbesondere die Bestimmungen zum grenzüberscheitenden Verkehr personenbezogener Daten – vereinbar ist, welche in der EU-Charta der Grundrechte, dem EU-Datenschutzrecht, der Europäischen Menschenrechtskonvention und dem Übereinkommen des Europarats zum Schutz des Menschen bei der automatischen Verarbeitung personenbezogener Daten („Übereinkommen 108“) verankert und für die Mitgliedstaaten rechtsverbindlich sind; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, Maßnahmen, die die Anwendung dieser Rechte gefährden würden, entschieden abzulehnen; ist besorgt darüber, dass die Umsetzung eines solchen Zusatzprotokolls, sofern es gebilligt wird, ungeachtet der Rechtshilfeabkommen und anderen Instrumente der justiziellen Zusammenarbeit, die zur Sicherung der Grundrechte der Einzelnen, einschließlich des Rechts auf Datenschutz und auf ein faires Verfahren, eingerichtet wurden, zu einem ungehinderten Fernzugriff von Strafverfolgungsbehörden auf Server und Computersysteme in anderen Gerichtsbarkeiten führen könnte;

18. benadrukt zijn ernstige zorgen over de werkzaamheden die binnen de Raad van Europa zijn verricht door het Comité van deskundigen inzake criminaliteit in de cyberruimte en die tot doel hebben een bijkomend protocol op te stellen voor de uitlegging van artikel 32 van het verdrag inzake cybercriminaliteit van 23 november 2001 met betrekking tot grensoverschrijdende toegang tot opgeslagen computergegevens waarvoor toestemming is verleend of die openbaar zijn, teneinde het gebruik en de uitvoering ervan doeltreffender te maken in het licht van de juridische, beleidsmatige en technologische ontwikkelingen; roept de Commissie en de lidstaten op om, in het licht van de komende behandeling door het Comité van ministers van de Raad van Europa, te zorgen voor de verenigbaarheid van de bepalingen van artikel 32 van het verdrag inzake cybercriminaliteit, alsook de interpretatie ervan in de lidstaten, met de grondrechten, met inbegrip van gegevensbescherming en, met name, de bepalingen inzake grensoverschrijdend verkeer van persoonsgegevens, zoals opgenomen in het EU-Handvest van de grondrechten, de EU-wetgeving met betrekking tot gegevensbescherming, het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens ("Verdrag 108"), die wettelijk bindend zijn voor de lidstaten; roept de Commissie en de lidstaten op resoluut alle maatregelen af te wijzen die de toepassing van deze rechten in gevaar zouden kunnen brengen; is verontrust door het feit dat indien dergelijk bijkomend protocol zou worden goedgekeurd, de uitvoering ervan zou kunnen leiden tot onbeperkte toegang op afstand door rechtshandhavingsinstanties tot servers en computersystemen die zich in andere rechtsgebieden bevinden, zonder gebruik te maken van overeenkomsten voor wederzijdse rechtshulp of andere instrumenten voor justitiële samenwerking die ingesteld zijn om de grondrechten van het ...
18. unterstreicht seine ernsthafte Besorgnis über die im Europarat vom Ausschuss für das Übereinkommen über Computerkriminalität ergriffenen Maßnahmen zur Bereitstellung eines Zusatzprotokolls für die Auslegung von Artikel 32 des Übereinkommens über Computerkriminalität vom 23. November 2001 über den „grenzüberschreitende[n] Zugriff auf gespeicherte Computerdaten mit Zustimmung oder wenn diese öffentlich zugänglich sind“, mit denen die wirksame Anwendung und Umsetzung der Bestimmungen mit Blick auf die rechtlichen, polizeilichen und technischen Entwicklungen erleichtert werden soll; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, angesichts der bevorstehenden Prüfung durch das Ministerkomitee des Europarates sicherzustellen, dass die Bestimmung in Artikel 32 des Übereinkommens über Computerkriminalität sowie deren Auslegung in den Mitgliedstaaten vereinbar ist mit Grundrechten, einschließlich Datenschutz, und insbesondere Bestimmungen zum grenzüberscheitenden Verkehr personenbezogener Daten, wie in der EU-Charta der Grundrechte, dem EU-Besitzstand zum Datenschutz, der Europäischen Menschenrechtskonvention und dem Übereinkommen zum Schutz des Menschen bei der automatischen Verarbeitung personenbezogener Daten des Europarats verankert, welche für die Mitgliedstaaten rechtlich verbindlich sind; fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, jegliche Maßnahmen entschieden abzulehnen, welche die Anwendung dieser Rechte gefährden würden; ist über die Tatsache besorgt, dass bei Billigung eines solchen Zusatzprotokolls dessen Umsetzung zu einem ungehinderten Fernzugriff von Strafverfolgungsbehörden auf Server und Computersysteme in anderen Gerichtsbarkeiten führen könnte, ohne dass sich diese der Rechtshilfeabkommen und anderer Instrumente der justiziellen Zusammenarbeit bedienen, die zur Sicherung der Grundrechte der Einzelnen, einschließlich des Rechts auf Datenschutz und auf ein faires Verfahren, eingerichtet wurden;

2. Ook de nationale gerechtelijke instanties, waaronder de autoriteiten die belast zijn met de instelling van strafvervolging en van gerechtelijke onderzoeken voorafgaand aan tenlastelegging, alsook hun coördinerende instanties, hebben echter met het oog op de uitvoering van hun taken, zoals vastgesteld in de nationale wetgeving, toegang tot de in SIS II opgenomen gegevens en hebben het recht tot directe bevraging daarvan.
(2) Auch die nationalen Justizbehörden, einschließlich derjenigen, die für die Erhebung der öffentlichen Klage im Strafverfahren und justizielle Ermittlungen vor Anklageerhebung zuständig sind, sowie ihre Koordinierungsstellen können jedoch zur Ausführung ihrer Aufgaben — wie in den nationalen Rechtsvorschriften vorgesehen — Zugriff auf die in das SIS II eingegebenen Daten mit dem Recht erhalten, diese unmittelbar abzufragen.

2. Ook de nationale gerechtelijke instanties, met inbegrip van de autoriteiten die belast zijn met de instelling van strafvervolging en van gerechtelijke onderzoeken voorafgaand aan tenlastelegging, alsook hun coördinerende instanties, hebben echter met het oog op de uitvoering van hun taken, zoals vastgesteld in de nationale wetgeving, toegang tot de in SIS II opgenomen gegevens en hebben het recht tot directe bevraging daarvan.
2. Auch die nationalen Justizbehörden, einschließlich derjenigen, die für die Erhebung der öffentlichen Klage im Strafverfahren und justizielle Ermittlungen vor Anklageerhebung zuständig sind, sowie ihre Koordinierungsstellen können jedoch zur Ausführung ihrer Aufgaben – wie in den nationalen Rechtsvorschriften vorgesehen – Zugriff auf die in das SIS II eingegebenen Daten mit dem Recht erhalten, diese unmittelbar abzufragen.

Deze uitzondering dient derhalve betrekking te hebben op alle financiële diensten, zoals bankdiensten, kredietverstrekking, verzekering en herverzekering, individuele en bedrijfspensioenen, effecten, beleggingsfondsen, betalingen en beleggingsadviezen, met inbegrip van de diensten die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen
Folglich sollte dieser Ausschluss für alle Finanzdienstleistungen wie Bankdienstleistungen, Kreditgewährung, Versicherung, einschließlich Rückversicherung, betriebliche oder individuelle Altersversorgung, Wertpapiere, Geldanlagen, Zahlungen und Anlageberatung, einschließlich der in Anhang I der Richtlinie 2006/48/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 14. Juni 2006 über die Aufnahme und Ausübung der Tätigkeit der Kreditinstitute aufgeführten Dienstleistungen gelten.

Voorts zou ook kunnen worden overwogen om op Europees niveau een systeem als model te nemen zoals het in Schotland opgezette "High Court Sentencing Information System", waartoe alle Schotse rechters toegang hebben en waarin alle beslissingen van de "High Courts" worden opgenomen, waardoor het in de praktijk een leidraad voor de rechters vormt.
Eine Möglichkeit wäre auch, nach dem schottischem Vorbild des ,High Court Sentencing Information System" auf europäischer Ebene eine Rechtsprechungsdatenbank einzurichten, die Richtern als praktische Orientierungshilfe dienen könnte.