Aangetoond moet worden dat het middelpunt van de tredeneus (2) van elke toegangsdeur aan beide kanten van het voertuig — dat zich midden op het spoor bevindt, in rijvaardige toestand verkeert, nieuwe wielen bezit maar waarin zich geen reizigers bevinden — zich binnen het vlak bevindt dat aangeduid wordt als „de tredeplaats” op afbeelding 11 hieronder, en voldoet aan de hieronder uiteengezette eisen.
Es ist nachzuweisen, dass der Punkt in der Mitte der Stufenvorderkante (2) an jeder Einstiegstür auf beiden Seiten eines Fahrzeugs innerhalb der in Abbildung 11 als „Position der Stufe“ angegebenen Fläche liegt und den unten angegebenen Anforderungen entspricht. Das Fahrzeug muss hierbei in betriebsbereitem Zustand, mit neuen Rädern und ohne Reisende mittig auf den Schienen stehen.