Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag, die worden toegelicht door de motieven van het verwijzingsvonnis, blijkt dat de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid ter toetsing aan het Hof wordt voorgelegd, maar uitsluitend in zoverre diegene die voor de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel een beroep instelt tegen een beslissing waarbij een administratieve geldboete wordt opgelegd, bepaalde modaliteiten van de individualisering van de straf niet kan genieten.
Aus der Formulierung der präjudizielle Frage, die durch die Begründung des Verweisungsurteils erläutert wird, geht hervor, dass das Gesetz vom 10. April 1990 zur Regelung der privaten und besonderen Sicherheit dem Hof zur Kontrolle vorgelegt wird, jedoch nur insofern derjenige, der beim Gericht erster Instanz Brüssel eine Beschwerde gegen einen Beschluss, mit dem ihm eine administrative Geldbusse auferlegt wird, einreicht, nicht in den Vorteil gewisser Modalitäten der Individualisierung der Strafe gelangen kann.